Homilie voor het feest van het doopsel van de Heer
12 januari 2025
Evangelie: Lucas 3, 15-16.21-22
In die tijd toen het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde of hij niet de Messias zou zijn, gaf Johannes aan allen het antwoord: “Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. “Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.” Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiede het dat de hemel openging, en dat de heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neerdaalde, en dat een stem uit de hemel sprak: “Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.”
In het evangelie van het feest van het doopsel van de Heer
gaat het over de vreugde van God.
Jezus is de oorzaak van Gods vreugde:
in U heb ik mijn behagen gesteld.
In de oorspronkelijke Griekse tekst staat iets te lezen
dat we mogen begrijpen als
‘ik vind je goed’, ‘ik vind je tof’, ‘ik zie je graag’.
Die oorspronkelijke Griekse tekst kan en mag men ook zo begrijpen
dat Jezus er voor zorgt dat God er goed uitziet,
dat zijn verschijnen een glimlach op Gods gelaat tovert.
Jezus hoeft daarom nog niets goeds of leuks gezegd of gedaan te hebben.
Jezus zien is al bron van vreugde.
Ik hoop dat we allen die vreugde van God kennen,
dat ieder van ons tot iemand kan zeggen:
‘Jij bent mijn welbeminde, ik vind je geweldig, ik vind je tof,
jij maakt me blij en ik zie je graag.’ En dat laatste dus letterlijk.
En dat, zonder dat die ander iets voor ons gedaan heeft,
behalve dan, dat die er gewoon is,
en dat, zonder dat die ander zich daartoe verplicht voelt.
Die vreugde is een goddelijk gevoel.
en tilt ons uit boven ons egoïsme, boven onze angsten,
boven ons bekommerd zijn om onszelf.
Die vreugde tovert een glimlach op ons gelaat,
maakt dat we er goed uitzien.
Geef toe: een glimlach maakt een mens mooi,
vooral als deze een uiting is van een goed gevoel, van vreugde.
Dus anders nog dan de ingeoefende glimlach van de verkoopster of verkoper.
Daar heb ik nog geen bezwaar tegen…
Dus ook helemaal anders dan een glimlach die angst of schaamte verbergt
of mensen probeert in te nemen.
Daar heb ik wat meer moeite mee.
Het is eerder de glimlach van opa of oma,
die in het woonzorgcentrum de kleinkinderen op bezoek krijgt.
De reden waarom God Jezus zo graag ziet, Hem zo tof vindt,
heeft ook niets te maken met het uiterlijk.
En we herhalen het: Jezus heeft niets gezegd of gedaan
om zich bemind te maken in de ogen van God.
Hij hoeft dat ook niet te doen!
Hij wil ook in de ogen van de mensen niet de toffe,
beminnelijke herder en leider zijn.
Hij wil helemaal niet sympathiek zijn en zich beminnelijk maken.
Hij is wie Hij is en zegt wat Hij te zeggen heeft.
Het is erg begrijpelijk dat God Jezus zomaar tof vindt.
Hij straalt immers Gods Geest uit:
goedheid, wijsheid, liefde, mededogen, waarheid, kracht.
Die Geest van God is ook in ons.
Maar stralen wij die Geest uit?
Als dat niet zo is, hoe komt dat dan?
Wat verhindert er de uitstraling van God Geest in ons
in woorden en daden vol goedheid, nabije liefde en tedere zorg?
Uiteraard is ook bemind worden, bemind zijn een bron van vreugde.
Voor iedere mens is het van levensbelang iemand te ontmoeten die zegt:
‘Jij bent mijn welbeminde, ik vind je geweldig, ik vind je tof,
jij maakt me blij en ik zie je graag.
En niet om wat je doet of zegt, niet omwille van je uiterlijk,
maar gewoon, zonder enige andere reden, omdat je er bent.’
Enkele jaren geleden was de grondtoon:
‘Blij dat je er bent.’
Ik denk soms: hoe minder uitdrukkelijk men dat zegt,
hoe meer het kan gemeend zijn.
Ook bemind zijn geeft ons een goddelijk gevoel,
dat ons weerom uittilt boven ons egoïsme, boven onze angsten,
boven ons bekommerd zijn om onszelf.
Een goddelijk gevoel dat een glimlach op ons gezicht tovert.
En nogmaals: het hoeft niet altijd gezegd te worden.
Bemind zijn hoeft niet altijd fysiek ervaarbaar te zijn.
Het innerlijke weten is veel belangrijker.
Het bewust zijn, het zeker weten en zeker zijn van iemands liefde
zoals gezongen wordt in een beurtzang:
“Heer, mijn God, ik ben zeker van U.”
En een glimlach kan voldoende zijn
om zich van de liefde van iemand bewust te worden
en ook om liefde uit te drukken.
Een eerlijke en niets verbergende glimlach.
Die is – en ik herhaal dat graag – voldoende.
In het evangelie van deze zondag lezen we
dat Jezus de stem van God hoorde toen Hij na zijn doop in gebed was.
Laten we ons dat gebed van Jezus eigen maken.
We hoeven niets te zeggen en niets te doen.
Bidden zoals Jezus begint met gewoon te zijn,
letterlijk tijd geven aan God en gaan zitten of staan
in Zijn aanwezigheid en ons bewust worden van Zijn liefde.
Hij is liefde. Niets kan ons van die liefde scheiden.
Bidden zoals Jezus is in je Gods glimlach ontwaren
en met jouw innerlijke glimlach beantwoorden.
Dit bidden is als een doopsel met heilige Geest,
een doopsel dat van ons langzaam andere mensen maakt:
mensen die zich bemind en aanvaard weten
en zo in staat zijn om op hun beurt anderen te beminnen.
Dirk Masschelein, priester
januari 2025
en fluisterde me toe: “Beluister dit lied alsof God het voor je zingt….”
Omslagfoto: Pexels.com – Foto door Татьяна Танатова