Homilie voor het hoogfeest van de heilige Drie-eenheid
15 juni 2025
Tweede Lezing: Rom 5,1-5
Broeders en zusters, gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer. Hij is het, die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij staan; door Hem ook mogen wij ons beroemen op onze hoop op de heerlijkheid Gods. Meer nog, wij zijn zelfs trots op onze beproevingen, in het besef dat verdrukking leidt tot volharding, volharding tot beproefde deugd en deze weer tot hoop. En de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken.
Evangelie: Joh 16,12-15
In zijn afscheidsrede zei Jezus tot zijn leerlingen: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu nog niet dragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen. Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen. Hij zal Mij verheerlijken omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Daarom zei Ik, dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Al wat de Vader heeft, is het Mijne.”

De onverstaanbaarheid van een tekst of uitspraak
is niet altijd het gevolg van onbekendheid of ongekendheid,
niet altijd het gevolg van moeilijke – ongekende – woorden en begrippen
of ingewikkelde gedachte- of zinsconstructies.
Ze kan ook te wijten zijn aan de moeilijk te aanvaarden en moeilijk te verdragen inhoud.
Het is ook mogelijk dat een waarheid
slechts kan aanvaard en begrepen worden vanuit de beleving ervan.
De Nederlandse theoloog Harry Kuitert schreef:
“Geloven leer je niet uit boekjes, net als zwemmen.
In de boeken staat hoe het moet en wat er moet,
je kunt dat allemaal memoriseren, daar zelfs een kei in zijn.
Maar je moet te water gaan, wil het er echt van komen.”
Waterangst kun je niet wegredeneren en wegpraten.
Alleen de ervaring dat je op water kan drijven doet dat!
Wat we doorgaans geloofswaarheden noemen zijn soms zo’n onverstaanbaarheden.
Het zijn geen historische en wetenschappelijke waarheden, geen wiskundige axioma’s.
In dit geval zou de ongelovige een dwaas zijn en dat is die helemaal niet!
Ook veel Bijbelteksten zijn nogal onverstaanbaar voor ons.
Dat geldt in ieder geval voor sommige passages uit de brieven van Paulus
en uit het evangelie van Johannes.
Wat betekent nu bijvoorbeeld ‘tot de volle waarheid gebracht worden’?
Laat me dit zo even verduidelijken:
het is tot het aanvaardend inzicht komen in de grote levens- en geloofswaarheid,
namelijk, dat sterven leven met zich meebrengt, dat sterven worden is.
Die waarheid aanvaarden en ernaar leven (in het water springen) is geloven.
Dat geloven – zo schrijft Paulus – geeft ons vrede met God,
maakt ons dus één met God, geeft ons goddelijke heerlijkheid,
zo, dat we Gods heerlijkheid kunnen openbaren en één zijn met Christus,
dus Christus zijn in de wereld.
Dat sterven is het sterven van – dat weten we zo ondertussen wel –
het angstige en zelfzuchtige ego, het onware zelf, de oude mens.
Dat sterven drukken we uit en beleven we ritueel en sacramenteel in het doopsel
eigenlijk in ieder sacrament, ook in de eucharistie,
tenminste als deze werkelijk een biddend samenzijn is
waarbij we met ‘ons hart bij de Heer’ zijn.
Dat sterven is het moeilijke en onverdraagbare. Het ego verdraagt het uiteraard niet.
En in een individualistische samenleving,
waarin het fysieke en sociale leven en overleven van het individu dé norm is,
is zelfverloochening al helemaal taboe.
En in een materialistische wereld, waarin leven niet los van materiële verschijning
kan gedacht en beleefd worden, is de idee, dat het verdwenen van het fysieke ego
tot leven leidt, zoiets als complete waanzin.
Het geloof heeft het knap moeilijk in zo’n wereld,
misschien ook wel bij hen die zich ‘gelovig’ noemen.
Het geloof dus dat sterven ons diepe vrede en vreugde schenkt,
waarlijk onszelf doet zijn, in staat tot goddelijke liefde,
en bekwaam om Gods liefde te beleven en te openbaren.
Maar in dat sterven is er nog ‘een sterven’.
Het is de Geest van God die ons tot sterven en geloven brengt
(die ons in het water duwt).
Het ‘ik’ dat sterven moet kan zijn eigen sterven niet realiseren!
Echt nederig kan men pas worden in het bad van de vernedering.
Daarom is het bad van het gebed, dat ons leert de Geest toe te laten, zo essentieel.
Daarom is het voornaamste gebed je gewoon openstellen voor de Geest,
voor Gods aanwezigheid in ons.
In dat bidden worden geloof en hoop geboren.
En die brengen ons tot loslaten van angst en tot liefde.
(Dirk Masschelein, OCH Oostende)
Omslagfoto: Microsoft Designer