Aanstelling van het team

Welkomstwoord bij de eucharistieviering op het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming en de aanstelling van het team van de PE door bisschop Lode Aerts

Mijnheer de bisschop,

de gemeenschap van de Pastorale Eenheid
Maria Tenhemelopneming Mariakerke-Oostende heet U van harte welkom
in deze eucharistieviering op het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming
en de aanstelling door U van het team van onze PE.
Deze viering verloopt wat in mineur.
Dat duidt niet op een droevige stemming in ons hart.
Maar de coronamaatregelen zorgen ervoor
dat het aantal aanwezigen beperkt dient te zijn,
dat de koren van onze PE ons bidden samenzijn in de liturgie
met hun gezang niet kunnen ondersteunen.
Toch is er vreugde in ons hart
omwille van dit samenzijn met U en om de reden daarvan.

Toen ik zes jaar geleden als pastoor-moderator
van de Federatie Mariakerke werd benoemd,
en daarbij de begeleiding van het vormingsproces van een pastorale eenheid
door de toenmalige vicaris Koen Vanhoutte als belangrijke opdracht meekreeg,
rekende ik op een periode van acht jaar voor de realisatie van deze eenheid.
Maar reeds twee jaar geleden was de VZW van de pastorale eenheid al een feit
en bij de start van de voorbije advent mochten wij van U
de pastorale eenheid feitelijk al boven de doopvont houden.
Ik wens hier uitdrukkelijk in Uw aanwezigheid allen te danken
die met een open geest en een ruim hart voor de kerk
dit alles mogelijk hebben gemaakt.

Mocht de uitdrukking ‘in mineur’ bij sommigen
toch slaan op een gemoedsstemming,
dan zou dit te maken kunnen hebben met het afscheid moeten nemen
van bepaalde vormen van kerkelijk leven,
eigenlijk met het omdraaien van een bladzijde
in het kerkgeschiedenisboek van Mariakerke.
Drie van de vier kerken van onze PE zijn nog geen 65 jaar oud
en dateren van een periode toen in ons bisdom
nog vele deuren van kerken, kloosters
en kerkelijke gebouwen geopend werden,
het aantal parochies nog toenam
en daarmee ook het aantal eucharistievieringen op zaterdag en zondag.
In die tijd, waarin het concilie veel hoop in de kerk wekte,
konden en durfden slechts weinigen voorzien
welke crisis de Kerk in deze tijd zou treffen.
En deze crisis is – als U het mij vraagt – niet deprimerend
maar wel uitdagend en opent geheel nieuwe perspectieven,
tenminste als men ze als noodzakelijk en onvermijdelijk leert erkennen.
Ik denk dat ik dat van ons team – dat U vandaag wilt aanstellen –
en nog van anderen in onze PE ook mag zeggen:
we voelen ons geplaatst voor een uitdaging.
Verder wil ik U, mijnheer de bisschop zeggen,
dat de leden van ons team deze uitdaging aannemen
zonder enige persoonlijke ambitie
en dat dit ook geldt voor velen die zich hier voor onze VZW
en ruimer gezien voor onze kerkgemeenschap willen inzetten.

Ik had het immense genoegen enkele weken geleden
een open onderhoud met U te mogen hebben,
een onderhoud waarvoor U ruim tijd maakte
voor Uw vertrek voor een stille tijd in een Ardense abdij.
We hadden het over onze kerkvisie,
over de noodzaak in deze tijd om opnieuw te ontdekken wat geloven betekent,
over de nood om daarbij een contemplatieve ingesteldheid te ontwikkelen
die ons iedere dag opnieuw in staat stelt te ontdekken
dat we dragers zijn van een goed dat ons tot mens maakt,
en ons in staat stelt een nieuw leven te leiden.
We hadden het over de kans die deze tijd biedt
om ons geloofsdenken en onze geloofsbeleving te vernieuwen,
te deprogrammeren van wat met het evangelie niets of weinig te maken heeft
en opnieuw de navolging als begrip en praktijk in het centrum te plaatsen.
Hier willen we werken aan een kerk, die nooit doel op zich is,
in ieder geval meer is dan een gebouw met een klokkentoren,
meer dan een organisatie,
maar de gestalte van Christus onder mensen,
een gemeenschap die zich door niets anders bewijst
dan door de juiste overbrenging van de boodschap van het evangelie
en door de beleving van die boodschap,
een gemeenschap waar zo weinig mogelijk het bijkomstige aan bod komt,
en dus niet een kerk van succes, maar van geloof.
Een kerk waarin het woord van Jezus weerklinkt,
en niet wat de één of andere wil.
Een gemeenschap die niet ijvert voor zelfbehoud
alsof ze een doel op zich is
en waarin geen vertraging geduld wordt
in noodzakelijke verandering en innerlijke zuivering.

Ongetwijfeld kunt U, mijnheer de bisschop, achter deze laatste woorden
een inspirator vermoeden, wiens leven en dood tot op de dag van vandaag
een grote getuigeniswaarde heeft in de kerk.
Moge ook onze gemeenschap getuigen van de aanwezigheid
van de levende God in deze wereld.

Oostende, 15 augustus 2021

Dirk Masschelein, pastoor PE Maria Tenhemelopneming