Homilie voor de 5de paaszondag

7 mei 2023

Evangelie: Johannes 14, 1-12
In die tijd zei Jezus tot de leerlingen: ‘Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.’ Tomas zei tot Hem: ‘Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.’ Hierop zei Filippus: ‘Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.’ En Jezus weer: ‘Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.

“Wie Mij ziet, ziet de Vader” – Afbeelding van Ronald Sandino via Pixabay

Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Het is zeker dat deze woorden niet alleen tot Filippus gericht zijn, maar ook tot ons.
Dan is het meteen duidelijk dat ‘zien’ hier niet onmiddellijk een lichamelijk zien is.
De Jezus die wij ‘zien’ is de Verrezene. Die zien we met de ogen van het geloof.
Maar, wat is dat ‘zien met de ogen van het geloof’?
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Jezus leert ons op een heel andere wijze kijken naar God,
denken over God en geeft ons dan ook een heel andere kijk op geloven.
Hij geeft ons met andere woorden een ander Godsbeeld en ‘ander geloven’.
Dat anders zijn is radicaal anders, zet de zaken op hun kop.
De leden van de kerkgemeenschap van Johannes konden dat andere inzien.
Het was anders i.v.m. het Godsbeeld van Grieken en Romeinen,
en zelfs ook wat anders i.v.m. het Godsbeeld van veel vrome Joden.
Maar de God van het evangelie werd al snel opnieuw ingepakt
in oudere en vertrouwde Godsbeelden en zoals in deze tijd nog altijd gebeurt
in heel wat menselijke overwegingen, verstandelijke en emotionele.
Dat geldt ook voor onze kijk op Jezus.
Daarom schrijft paus Franciscus in De Vreugde van het Evangelie:
“Jezus Christus kan ook komaf maken met de vervelende ideeën
waarin we Hem willen opsluiten.”
Het zijn de ideeën waarmee we ons een God en een Jezus maken
naar ons beeld en gelijkenis, naar onze verwachtingen,
naar onze menselijke overwegingen.
Die ideeën hebben ertoe geleid
dat we van ‘le sacré Jésus’ ‘le sucré Jésus’ hebben gemaakt
dat we een ‘kruisbeeld’ ‘schoon’ vinden,
waardoor het wrede en ergerlijke ervan niet meer gezien noch aangevoeld wordt,
zoals het radicaal uitdagende van de navolging van Christus ook ingepakt werd
in kerkelijk cultureel bepaalde vroomheid, sacramenteel leven en liturgie.
Misschien hadden we daarom Mel Gibson’s The Passion of the Christ wel nodig
om door een kruisigingsscène weer even geschokt te worden.
Misschien is het tijd om met veel komaf te maken in geloofsbeleving.
Misschien is het waar wat een wijze monnik schreef over deze tijd:
“Wij moeten leren begrijpen wat geloven betekent.
Dat kan vereisen dat heel wat christenen
een deprogammering van hun vroegere religieuze opvoeding.moeten ondergaan.”
(Laurence Freeman)
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Wie zagen de leerlingen en kunnen wij dank zij de evangelies
en aan de evangelies getrouwe verkondiging ‘zien’?
Wie zien we als we onze ogen richten op Jezus?
Wie zien we als we kijken naar de mens
die vol is van Gods Geest en de openbaring is van Gods wezen?
We zien een slaaf die de voeten wast.
Vervang het woord ‘slaaf’ niet door knecht of dienaar!
We zien een vernederde, verworpen, lijdende en gekruisigde mens.
Wie zien een mens die vernedering aanvaardt en zich totaal laat ontledigen.
Dat laatste vertaald in verstaanbare mensentaal:
een mens die zijn ego volledig aan de kant laat schuiven,
een mens die zijn ‘ik’ aflegt en zich in geen geval meer bezighoudt
met het zoeken naar veiligheid, bezit, macht en aanzien,
naar erkenning, naar bemind en aanvaard worden.
Een mens die ook ophoudt om voor dat alles Gods hulp in te roepen.
Een mens die radicaal de consequenties van het loslaten van het ‘ik’ opneemt
en dus niet luistert naar een hart dat ‘verontrust’ is uit angst voor zichzelf.
Die mens laat God zien, laat zien wie God is.
Die mens laat zien dat God onvoorwaardelijke liefde is en niets anders.
‘Onvoorwaardelijk’ wil zeggen dat het ‘ik’ geen voorwaarden stelt.
Het heeft niets meer te zeggen. Het bestaat in God niet.
In God is geen ‘ik’.
Dat is voor ons moeilijk te denken. Maar dat is nog moeilijker te beleven.
En laat dat nu precies ‘geloven’ zijn:
God beleven, deelnemen aan Gods ik-loze liefde.
En laat dat deelnemen nu precies ‘leven’ zijn,
een leven van volkomen vrede en vreugde,
een leven in het huis van de Vader, geen plaats, maar een eenheid met God.
En dat niet alleen na het leven hier-en-nu
maar ook in dit leven neemt de Geest van Jezus ons mee naar dat huis.
En zo ook naar een vredevolle wereld.
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Dat zien is een innerlijk gebeuren.
Het is een ‘inzien’ dat door de Geest gegeven wordt,
door de Geest tot inzicht komen in wat de waarheid
van de zin van ons leven is: deelnemen aan Gods liefde,
levend met de gezindheid van Jezus Christus,
Hem navolgend, want Hij is de weg, de waarheid en het leven.
Zijn weg en zijn ingesteldheid ontdekken en ernaar leven,
dat is Hem zien met de ogen van het geloof.
Dat is de Vader zien.

https://youtu.be/xTOVJ2TDSq4

Omslagafbeelding: Afbeelding van Ronald Sandino via Pixabay