Homilie voor de tweede zondag door het jaar

15 januari 2023

Evangelie: Johannes 1, 29-34
In die tijd zag Johannes de Doper Jezus naar zich toekomen en zei: ,,Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt. Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die vóór mij is, want Hij was eerder dan ik. Ook ik kende Hem niet maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.” Verder getuigde Johannes: ,,Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.”

Johannes zegt aan zijn leerlingen en ook aan ons wie Jezus is:
het Lam Gods en de Zoon van God.
Voor de leerlingen van Johannes hadden deze woorden een duidelijke betekenis.
Dat is niet zo voor de meeste christenen van vandaag.
Even mysterieus is de aanduiding wat Jezus doet:
Hij is het die de zonde van de wereld wegneemt
en Hij is het die doopt met de heilige Geest.
Wat betekent dat dan weer?
Dat Jezus de Zoon van God is betekent dat Hij de gelijke van God is
omdat Hij wil wat God wil en doet wat God doet,
omdat in Hem de liefde van God is voor de mensen.
God wil dat we leven: liefdevol, vredevol en vreugdevol.
We noemen dat goddelijk leven.
God wil een liefdevolle, vredevolle en vreugdevolle wereld.
We noemen dat het Rijk Gods.
Opdat wij dit leven zouden kunnen leiden
dienen wij herschapen te worden, nieuw gemaakt te worden, te veranderen.
Want veelal wordt ons leven beheerst door angst en egoïsme
waardoor we geen liefdevolle, vredevolle en vreugdevolle mensen zijn,
waardoor we niet leven in eenheid met onszelf, met God,
maar geperverteerd door de wereldorde van bezit, macht en eigenbaat.
Jezus doopt ons met de heilige Geest, de Geest van God.
Hij geeft ons de Geest van God
die ons tot liefdevolle, vredevolle en vreugdevolle mensen maakt,
die ons leert wat goed is,
die ons inspireert om het goede te doen,
die ons de kracht geeft om het goede te doen
en als God onvoorwaardelijk lief te hebben.
Die Geest van Jezus neemt de zonde van de wereld in ons weg,
neemt angst en egoïsme uit ons hart en onze geest
als we voor die Geest een open hart en een open geest hebben.
Dopen met de heilige Geest en de zonde van de wereld wegnemen
duiden op hetzelfde gebeuren waardoor wij nieuwe mensen worden
en waardoor ook de wereld een nieuwe wereld wordt,
waar vrede en rechtvaardigheid heersen en ware vrijheid.
Dat de Geest in een gedaante van een duif neerdaalt
is een gegeven dat verwijst naar het verhaal van de zondvloed
waar een duif, die een olijftak in de bek houdt,
aankondigt dat de zondvloed voorbij is,
dat oorlog en geweld voorbij zijn, dat er vrede en vriendschap heersen,
dat de wereld nieuw is geworden.
Dat de nieuw makende Zoon van God het Lam Gods genoemd wordt
wijst erop dat de inspirerende wijsheid en kracht van de Geest
zich niet met geweld een weg baant in de geesten en de harten,
in de levens van de mensen,
dat God de mens vrij laat
en daarom onmachtig is als een Lam,
zich niet met macht opdringt
maar in deze wereld het lot ondergaat van de mens
zoals beschreven staat in de profetie van Jesaja:
53, 3 Geminacht en gemeden werd hij door de mensen,
(…) geminacht en als niet de moeite waard beschouwd. (…)
7 Hij werd gefolterd en diep vernederd,
maar heeft zijn mond niet geopend,
zoals een lam dat ter slachting geleid wordt.
En, zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders,
heeft hij zijn mond niet geopend.  
De wereld en de mens geperverteerd door angst en egoïsme
vinden de inspirerende Geest en Zoon van God maar niks.
Ze hebben er niets aan en vinden die inspiratie eerder storend
in wat ze de beleving van hun vrijheid noemen.
Onlangs vertelden mensen me dat ze problemen hadden met het geloof.
En toen begonnen ze over de minder zalige geschiedenis van de Kerk.
Ik zei hen onomwonden:
“Jullie probleem met het geloof is niet zozeer de Kerk, maar God zelf.”
God, die ons inspireert om uit onszelf te treden,
onze angst en ons egoïsme los te laten,
de zorg en bekommernis voor onszelf,
onze zelfgenoegzaamheid, onze drang naar bevestiging.
Want de openheid van hart en geest
waardoor Gods Geest in ons kan werkzaam zijn
en van ons nieuwe mensen kan maken,
bereiken we niet louter door vroomheid
of door angstige gehoorzaamheid aan regels en wetten,
maar door de navolging van de Zoon van God,
door ons ‘ik’ te laten sterven.
Dat doen we als we aandacht en tijd en onszelf geven
aan God en medemensen.

“De duif is nooit vrij….”

Omslagfoto: Foto door form PxHere