Homilie voor Witte Donderdag

6 april 2023

Jo 13, 1 Het paasfeest was op handen. Jezus, die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar de Vader en die de zijnen in de wereld bemind had, gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe.  2 Het avondmaal was begonnen. De duivel had reeds aan Judas Iskariot, de zoon van Simon, het plan ingegeven om Hem over te leveren.  3 In het bewustzijn dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde,  4 stond Hij van tafel op, legde zijn bovenkleren af, nam een linnen doek en omgordde zich daarmee.  5 Daarop goot Hij water in het wasbekken en begon de voeten van de leerlingen te wassen en ze met de doek waarmee Hij omgord was af te drogen.  6 Zo kwam Hij bij Simon Petrus, die echter tot Hem zei: “Heer wilt Gij mij de voeten wassen?”  7 Jezus gaf hem ten antwoord: “Wat Ik doe begrijpt ge nu nog niet, maar later zult gij het inzien.”  8 Toen zei Petrus tot Hem: “Nooit in der eeuwigheid zult Gij mij de voeten wassen!” Jezus antwoordde hem: “Als gij u niet door Mij laat wassen, kunt gij mijn deelgenoot niet zijn.”  9 Daarop zei Simon Petrus tot Hem: “Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en hoofd.”  10 Maar Jezus antwoordde: “Wie een bad heeft genomen, behoeft zich niet meer te wassen (tenzij de voeten), hij is immers helemaal rein. Ook gij zijt rein, ofschoon niet allen.”  11 Hij wist immers wie Hem zou overleveren. Daarom zei Hij: “Niet allen zijt gij rein.”  12 Toen Hij dan hun voeten had gewassen, zijn bovenkleren had aangetrokken en weer aan tafel was gegaan, sprak Hij tot hen: “Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb?  13 Gij spreekt Mij aan als Leraar en Heer, en dat doet gij terecht, want dat ben Ik.  14 Maar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen.  15 Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.  16 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: een dienaar staat niet boven zijn heer en een gezant niet boven degene die hem gezonden heeft.  17 Wanneer gij dit beseft: zalig gij als gij er naar handelt. 

Sieger Köder (priester en kunstenaar, 1925-2015), De voetwassing

De voetwassing is een gebaar dat Jezus stelt in de intieme kring van zijn leerlingen.
Wij horen thuis in die kring waarin Jezus afscheid neemt,
eigenlijk, zijn overgang maakt naar het huis van de Vader.
Heel dat afscheid staat in het thema van de liefde, “liefde tot het uiterste”,
dat wil zeggen: onvoorwaardelijk (altijd en zonder reserve) en overdeeld (voor iedereen).
Deze liefde is het kenmerk van Jezus’ leven
en Hij stelt deze liefde ook als hét kenmerkende van zijn leerlingen.
Liefde is leven geven.
Liefde is het verlangen dat de geliefde leeft.
Liefde is zorg en verantwoordelijkheid voor dat leven dragen.
Liefde is niet alleen zorgen dat de geliefde het goed heeft,
maar ook dat hij of zij goed is, leeft met een goddelijke goedheid,
en een ware innerlijke volkomen vrede en vreugde kent.
De zending was Jezus, zijn goddelijke opdracht was: leven geven.
Het thema van de liefde uit Jezus in het intieme samenzijn met woorden.
Hij belijdt zijn liefde voor zijn leerlingen en voor de wereld met woorden.
Hij roept zijn leerlingen op om liefdevolle mensen te zijn.
Liefde wordt voor hen tot een goddelijk gebod.
Jezus uit zijn liefde ook in daden, in gebaren.
Vooreerst een gebaar van uiterste dienstbaarheid: de voetwassing.
Later een gebaar van uiterste zelfgave: de kruisdood,
waarbij hij zijn leven geeft voor zijn geliefde vrienden en de mensheid.
De voetwassing is een gebaar van uiterste dienstbaarheid
want het is een werk van een slaaf.
Bij dit werk is geen sprake meer van een ‘ik’
dat zijn dienstbaarheid koppelt aan voorwaarden en voorkeuren,
een ‘ik’ dat het voor het zeggen heeft en dienstbaarheid regelt.
Dat ‘ik’ is samen met het bovenkleed afgelegd.
Er wordt ook geen rol van dienstbare meer gespeeld.
Die voetwassing is dus symbool van uiterste liefde.
Er moet diep gebogen worden om het meest vervuilde lichaamsdeel te wassen.
Het is datgene waarmee je contact maakt met de aarde, met de wereld
en waardoor je door de wereld besmet raakt,
vervuild met de drang naar waardering en bevestiging.
Liefde doet leven.
Je geliefd weten, ook met je vuile voeten, doet echt leven.
Liefde bevrijdt en reinigt.
Je wordt bevrijd van de wereld, van je angst en egoïsme.
Alleen liefde kan zorgen voor die bevrijding en reiniging.
Bemind worden is gedoopt worden.
Liefde doet overgaan van een liefdeloos leven naar een liefdevol leven.
Alleen liefde kan die overgang bewerken.
Je laten wassen is je laten liefhebben,
is bewust worden van Gods liefde en ze aanvaarden.
Daarom is stil gebed, aanwezig zijn bij de liefde van Christus,
net als het communiceren een deelnemen
aan het intieme gebeuren van de voetwassing.
In onze liturgie is handenwassing een waardig alternatief.
Onze handen zijn immers, meer dan onze voeten, in onze cultuur
het lichaamsdeel waarmee we contact maken met de wereld rondom ons,
met de aarde, met medemensen ook.
Het zijn dé instrumenten van het angstige en zelfzuchtige ik,
waarmee we grijpen en schenden.
Maar gewassen en gereinigd door de liefde
worden het instrumenten van dienstbaarheid en zelfgave,
van leven gevende liefde.


Omslagfoto: Sieger Köder (priester en kunstenaar, 1925-2015), De voetwassing