Laat me niet in de steek… rond eenzaamheid (2)

Zowel in mijn werk met jongeren, ouderen als met andere leeftijdsgroepen hoor ik dat velen kampen met eenzaamheidsgevoelens.

In een eenzaamheidsonderzoek dat ik een aantal jaar geleden uitvoerde leerde ik in de literatuur dat onderzoeker Weiss stelt dat eenzaamheid veel te maken heeft met onze relaties. Hij stelt dat er twee vormen van eenzaamheid bestaan. Zo is er als eerste vorm de emotionele eenzaamheid die een gevoelsmatige reactie is op de afwezigheid van een intieme hechtingsrelatie. De tweede soort is sociale eenzaamheid waarbij iemand zich onvoldoende geïntegreerd voelt in een sociaal netwerk.

Emotionele eenzaamheid

De bekendste soort eenzaamheid is de emotionele waarbij de meeste mensen direct de link leggen met de afwezigheid van een geliefde of een hele goede vriend. Emotionele eenzaamheid gaat over het gemis aan veiligheid in een relatie. Ofwel is de relatie er niet ofwel ontbreken de fundamenten om een veilig gevoel te hebben waardoor er een gevoel van emotionele eenzaamheid ontstaat. De drie behoeften die moeten voldaan zijn om zich veilig te voelen zijn: hechting, het gevoel voor iemand te kunnen zorgen en de nood aan het ontvangen van hulp of advies.

Hechting als eerste provisie kunnen we vinden in een romantische relatie of in een zeer goede vriendschap. De twee partijen bieden elkaar veiligheid. We hebben ook de behoefte om voor iemand te zorgen. Wanneer een volwassenen de verantwoordelijkheid neemt voor de noden van een kind dan heeft die volwassene het gevoel ‘nodig te zijn’ en dat is de tweede behoefte die vervuld moet zijn om zich veilig te voelen. Nodig zijn om voor iemand te zorgen geeft zin aan zijn leven. Het tekort aan mogelijkheid om voor iemand te kunnen zorgen, kan leiden tot gevoelens van existentiële eenzaamheid. Instrumentele hulp of advies ontvangen als derde behoefte, is een zaak van veiligheid en herinnert ons aan de ouder kind relatie van in onze kindertijd. Het bezorgt ons een gevoel van veiligheid. Het ontbreken van deze steun produceert gevoelen van onzekerheid en angst.

Oud en hulpbehoevend zijn kan dus zeer betekenisvol zijn en betekenis verlenend werken. Zo kan iemand bvb fysiek zeer hulpbehoevend zijn en nood hebben aan de ander om hem te ondersteunen bvb bij het eten geven, hem wassen, kleden enz… Het feit dat die hulpbehoevende persoon de hulp kan aanvaarden kan hem een gevoel van zingeving geven. Hij geeft immers zin aan de hulpverlener zijn acties. De hulpverlener ondervindt dat hij er nodig is om de hulpbehoevende te ondersteunen en de hulpbehoevende ondervindt dat hij iets geeft aan de hulpverlener die door zijn hulpbehoevendheid iets zinvols kan doen. Dit bezorgt een wederzijds veiligheidsgevoel en helpt hen beiden om emotionele eenzaamheid te bestrijden.

© De Warmste Week

Sociale eenzaamheid

Sociale eenzaamheid gaat over het tekort aan integratie in een sociaal netwerk. Zelfs al heeft iemand een geliefd persoon aan wie hij gehecht is dan nog kan hij zich sociaal eenzaam voelen. De provisies die bij emotionele steun tot uiting komen heffen niet de sociale eenzaamheid op omdat de sociale eenzame behoefte heeft aan andere steun. Deze andere steun moet dan ook van een ander soort van relaties komen dan degene die emotionele steun bieden. De steun dat sociale eenzaamheid moet opheffen hoort bij de categorie ‘affiliatie’ of andere woorden hiervoor zijn ‘verwantschap of verbondenheid’. Hier gaat het erover dat mensen een gevoel moeten ervaren van sociaal geïntegreerd te zijn en hierbij is er sprake van een gedeelde interesse.

Zo kan een gedeelde interesse in iets zeer zingevend werken. Zo herinner ik me toen ik in een rusthuis werkte hoe een groep mensen zich helemaal niet eenzaam voelden. Een andere groep voelde zich zeer eenzaam. De groep die zich niet eenzaam voelden hadden een gemeenschappelijke interesse, een onderwerp die doorheen hun dagelijkse gesprekken doorsijpelde in al wat ze deden en vertelden aan elkaar. Ze hadden een gevoel van verbinding met elkaar en dus met zichzelf. Allemaal

hadden ze het zeemansleven om over te spreken. Waarover ze in geuren en kleuren herinneringen, verhalen en anekdotes konden delen met elkaar omdat ze allemaal een verleden hadden die te maken had met het zeemansleven. De andere groep die zich erg eenzaam voelde bestond uit mensen die elk op zich een andere achtergrond hadden en weinig gemeenschappelijk met elkaar konden delen.

Tot slot wil ik mijn betoog eindigen met: ‘er is wel degelijk hoop ook al is men oud en – of hulpbehoevend. Er zijn tal van mogelijkheden om een gevoel veiligheid en van verbinding te creëren. Geïnteresseerd luisteren naar elkaar kan alvast een opening bieden om te horen wat mensen beroert en verbindt.

(Christiane Molleman)


Omslagafbeelding: © De Warmste Week