Mariamaand in Mariakerke (2)

Voor de tweede maal richten we onze aandacht op de Mariabeelden in de vier kerken van onze Pastorale Eenheid. Dit keer nemen we een kijkje in Sint-Franciscus, een kerk met een ietwat bizarre ontstaansgeschiedenis. Wat we met zekerheid weten is, dat de oprichting van de toenmalige parochie Sint-Franciscus de uitdrukkelijke wens was van wijlen bisschop Emiel Jozef De Smedt (1909-1995), die vond dat de uitbreidende ‘Nieuwe Koerswijk’ (op het grondgebied van Mariakerke en het toen nog onafhankelijke Stene) groot genoeg werd om een zelfstandige parochie te worden. De kerk van het monasterium het Zonnelied diende jarenlang als parochiekerk vooraleer in het jaar 1967 de ‘koekedoze van Mariakerke’ gebouwd werd. Wat weinigen weten is dat deze moderne kerk wellicht tweemaal ingewijd werd…

Clarissen

Het grote wassen beeld van Onze-Lieve-Vrouw, dat zich achteraan links in de kerk bevindt (onmiddellijk bereikbaar voor wie een kaarsje wil komen branden), is een gift van de zusters clarissen. Ze waren in 1967 wellicht blij dat de nieuwe kerk er eindelijk kwam, ook al omdat dit voor hun kloosterleven meer noodzakelijke rust met zich meebracht. Immers, niet alleen de talrijke zondagsvieringen (zaterdag en zondag) gingen in hun kerk door, maar ook uitvaarten, huwelijken, doopsel, eerste communie- en vormselvieringen. Iedereen was en is er natuurlijk welkom, maar de kerk van de clarissen was en is al bij al geen parochiekerk. Natuurlijk bleef er een innige band tussen de nieuwe parochie en het monasterium. Niet alleen omdat de helft van het grondgebied van het monasterium binnen de omschrijving van de nieuwe parochie viel, maar uiteraard ook, omdat parochie en parochiekerk toegewijd zijn aan Sint-Franciscus, de medestichter van de orde van de clarissen, die een franciscaanse spiritualiteit hebben. De clarissenorde had reeds een lange traditie in het vervaardigen van wassen beelden. De figuren of delen van het lichaam (hoofd, armen, handen) werden gegoten in plaasteren mallen, dan opgepoetst en beschilderd. Vervolgens werden de beelden samengesteld en bekleed. Zuster Geertrui en zuster Johanna waren in het Zonnelied de beeldenmaaksters.

Glaswerk

In de doopruimte links vooraan in de Sint-Franciscuskerk staat een glasraam op staander van Maria. Het is het werk uit 2018 van Lucrèse Verduyn, die ook ander glaswerk voor de doopruimte en het glazen kruis voor de dodenherdenkingsplaats vervaardigde.

Tabernakelicoon

Op het deurtje van het tabernakel, ontworpen door Rob Storme ten tijde van pastoor Johan Hemschoote (1936-2019), is een icoon bevestigd van de Gentse icoonschilder Joris Van Ael, die zijn vorming ontving bij twee orthodoxe meesters in Parijs. Orthodoxe iconen volgen vastgelegde patronen en bevatten steeds dezelfde elementen. De icoon stelt de boodschap aan Maria voor.

We lezen het verhaal daarover in het eerste hoofdstuk van het Lucasevangelie. In de orthodoxe voorstelling daarvan is Maria gezeten op een troon met haar voeten op een suppedaneum of voetenbank. Het rode kussen waarop ze zit, is symbool voor haar goddelijkheid. Zij draagt een purperen mantel en blauw onderkleed. Tussen de twee delen van het gebouw is een rood doek gespannen. Het geeft aan dat de scène zich binnen afspeelt. De staf die de engel Gabriël draagt is de staf van de bode. Gewoonlijk draagt hij een haarband met linten. Uit een zwarte cirkel bovenaan, God voorstellend (die zelf niet afgebeeld kan worden) reikt een straal naar Maria. Die straal valt uiteen in drie stralen: de Drievuldigheid. Men heeft de indruk dat de rechterhand van Maria een afwijzend gebaar maakt, maar het is integendeel een teken dat ze de boodschap begrijpt en aanvaardt.

De Heilige Ark

In de litanie van Maria, ook wel de litanie van Loreto genoemd, wordt Maria aangeroepen als ‘ark van het verbond’. In de synagogen bevat het tabernakel de Thorarollen, dus ‘het woord van God’. Joodse gelovigen noemen hun tabernakel aron ha-qodesh, ‘de heilige ark’, verwijzend naar de ark waarin de stenen tafelen van het verbond bewaard werden en waarop gedurende de woestijntocht Gods heerlijkheid neerdaalde. Gods heerlijkheid en kracht, zijn Geest, is op en in Maria neergedaald en ze heeft in zich het levende Woord van God, Christus, geborgen. Maria vereren als ‘ark’, als ‘tabernakel’ van Christus heeft dus zeer bijbelse gronden! Ook wij dienen zo’n tabernakel te zijn.

(pastoor Dirk)